Uitspraak in het Plat: /pa͡ɐtnɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Part·ner
Pluralis: Part­ners m de Part­ner
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
annere Person in en Beziehung
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Part + -er