Uitspraak in het Plat: /ʃiːˑtkuːl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Schiet·kuhl
Pluralis: Schiet­kuh­len f de Schiet­kuhl
[1]
geavanceerde woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Schiet + Kuhl