Uitspraak in het Plat: /fəɾbɔːzt/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: ver·baast
verbaaster verbaastst
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
He weer ganz verbaast, dat ik sien Naam kennen deed.

Etymologie:

Woord afgeleid van: verbasen