Uitspraak in het Plat: /spɔː͡ɐbɔu̯k/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Spoor·book
Pluralis: Spoor­bö­ker n dat Spoor­book West-groep, Noord-Nedersaksisch, Westfaals, Märkisch, Pruisisch
Pluralis: Spoor­bo­ken n dat Spoor­book
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Book, dat den Stand op en Spoorkonto vertekent
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Op dat Spoorbook weren noch dusend Euro.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: sporen + Book