Uitspraak in het Plat: /spɔu̯nfa͡ɐkn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Spoon·far·ken
Pluralis: Spoon­far­ken n dat Spoon­far­ken
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Bi dat Fest hett dat Spoonfarken geven.

Etymologie:

Woord afgeleid van: Farken