Uitspraak in het Plat: /fa͡ɐkn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Far·ken
Pluralis: Far­ken n dat Far­ken
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
big
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Identieke woorden ››› farken ❔︎