Uitspraak in het Plat: /kɔːtɔu̯lʃ/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: ka·thool·sch
kathoolscher kathoolschst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
von de kathoolsche Kark
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De kathoolsche Kark hett ehr Zentrum in Room.

Etymologie:

Woord afgeleid van: -sch