zelfstandig naamwoord
Afbreking: Muusch·katt
Pluralis: Muusch­kat­ten f de Muusch­katt
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
kat
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: muusch + Katt