Uitspraak in het Plat: /kɾat͡sbɔu̯m/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kratz·boom
Pluralis: Kratz­bööm m de Kratz­boom Westfaals, Noord-Nedersaksisch, Pommersch, Pruisisch
Pluralis: Kratz­bo­men m de Kratz­boom

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: kratzen + Boom