werkwoord
Afbreking: swa·nen
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
Voorbeelden:
Mi swaant nix Goods.

Werkwoordvormen:

infinitief:
swa­nen
voltooid deelwoord:
swaant
dat
tegenwoordig:
dat swaant
verleden:
dat swaan
voltooid:
dat hett swaant
conjunctief:
dat swaan