Uitspraak in het Plat: /ɾɔu̯tbɔst/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Root·bost
Pluralis: Root­bos­ten f de Root­bost
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Bi uns in’n Goorn nestelt en Rootbost.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: root + Bost