Uitspraak in het Plat: /dɔxtɐkɪnt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Doch·ter·kind
Pluralis: Doch­ter­kin­ner n dat Doch­ter­kind
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
Mien Dochterkind geiht nu ok al na School.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Dochter + Kind