Uitspraak in het Plat: /vaʃbɛkn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wasch·be·cken
Pluralis: Wa­sch­be­ckens n dat Wa­sch­be­cken
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: waschen + Becken