Uitspraak in het Plat: /tyːdəlbyːdəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Tü·del·bü·del
Pluralis: Tü­del­bü­dels m de Tü­del­bü­del

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: tüdeln + Büdel