Uitspraak in het Plat: /nɛːɡn̩ɔˑu̯ç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ne·gen·oog
Pluralis: Ne­gen­o­gen n dat Ne­gen­oog
[1]
geavanceerde woordenschat
figuratief
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: negen + Oog