Uitspraak in het Plat: /piːpm̩pʊɾɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Pie·pen·pur·rer
Pluralis: Pie­pen­pur­rers m de Pie­pen­pur­rer
[1]
geavanceerde woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Piep + purrn + -er