zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kiek·schapp
Pluralis: Kiek­schäpp n dat Kiek­schapp Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Kiek­schäpp m de Kiek­schapp
Pluralis: Kiek­schap­pen m de Kiek­schapp
[1]
geavanceerde woordenschat
grappig level text joking. Lijst van woorden als deze
Voorbeelden:
Wat löppt denn in’t Kiekschapp?

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: kieken + Schapp