Uitspraak in het Plat: /kɔːkəlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: ka·ke·lig
kakeliger kakeligst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: kakeln + -ig