zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ach·ter·kant
Pluralis: Ach­ter­kan­ten f de Ach­ter­kant
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: achter + Kant