zelfstandig naamwoord
Afbreking: Smud·del
Pluralis: Smud­dels m de Smud­del
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Woord afgeleid van: smuddeln