Uitspraak in het Plat: /snɛɪ̯ən/

werkwoord

Afbreking: sne’·en

[1]

kaart tonen

geavanceerde woordenschat

actief

kaart voor onderbetekenis [1] van „sne’en”

bekend

onbekend

bekend in de dialectgroep

onbekend in de dialectgroep

onbepaald

🛈 Over de kaarten

Groningen: Helmer Molema: Wörterbuch der Groningenschen Mundart im neunzehnten Jahrhundert. Diedrich Soltau’s Verlag, Norden 1888, pagina 388 PDF, 21,8 MB

Eemsland: Hermann Schönhoff: Emsländische Grammatik. Carl Winter, Heidelberg 1908, pagina 111 PDF, 7,4 MB

Bielefeld: Olaf Bordasch: Wörterverzeichnis zu Heinrich Stoltes Bauernhof und Mundart in Ravensberg. pagina 57 PDF, 1,8 MB

Waldeck: Karl Bauer: Waldeckisches Wörterbuch nebst Dialektproben. 1902, Einleitung, pagina 40 PDF, 25,4 MB

Warberg: Antun Willdeygud: Van ussen Hierguede. En Preuweken int ner plattduitschen Mueke. Bonifacius-Drückerigge, Paderborn 1890, pagina 27 PDF, 1,1 MB

								Hamburg:
								Otto Furcht: Wörterbuch der Sprache des Alten Landes bei Stade. Stalling, Oldenburg 1936, pagina 24
							

								Zuidwest-Ostfalen:
								Albert Hansen: Holzland-ostfälisches Wörterbuch. Ummendorf 1964, pagina 180
							

Altmark: Johann Friedrich Danneil: Wörterbuch der altmärkisch-plattdeutschen Mundart. Schmidt, Salzwedel 1859, pagina 200 PDF, 28,1 MB

Oost-Mecklenburg: Carl Friedrich Müller: Reuter-Lexikon. Leipzig 1905, Hesse & Becker Verlag, pagina 123 PDF, 5,1 MB

								Belzig-Teltow:
								Willy Lademann: Wörterbuch der Teltower Volkssprache. Akademie-Verlag, Berlin 1956, pagina 217
							

								Voor-Pommeren:
								Otto Vogel: Pommernspegel. Scharff, Greifswald 1873, pagina 62
							

Noord-Barnim: Jahrbuch des Vereins für niederdeutsche Sprachforschung, jaargang 1908, pagina 18 PDF, 6,9 MB

								Midden-Küstenpommersch:
								Robert Laude: Hinterpommersches Wörterbuch des Persantegebiets. Böhlau, Köln 1995, ISBN 3-412-05995-1, pagina 144
							

								Oost-Pommeren:
								Siegfried Splett: Niederdeutsche Mundart in der Komturei Schlochau. ISBN 978-3-8391-5560-8, Holzgerlingen 2010, pagina 58
							

Niederung/Elbing: Robert Dorr: De lostgen Wiewer von Windsor. pagina 119 PDF, 3 MB

Nedersaksisch:

as Sneeflocken dalfallen

Nederlands:

sneeuwen

Engels:

snow

Duits:

schneien

Voorbeelden:

Dat hett vonnacht sneet. Allens witt buten!

Werkwoordvormen:

infinitief:

sne’en

voltooid deelwoord:

sneet

dat

tegenwoordig:

dat sneet

verleden:

dat snee

voltooid:

dat hett sneet

conjunctief:

dat snee

Samengesteld woorden:

slackersne’en tosne’en

Rijmwoorden

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.

sne’­en in het Nedersaksisch

Werkwoordvormen:

Samengesteld woorden:

sne’en in het Nedersaksisch