Uitspraak in het Plat: /spʊdəɾɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: spud·de·rig
spudderiger spudderigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
Nu arbeit doch nich so spudderig!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: spuddern + -ig