Uitspraak in het Plat: /biːspɛːl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bi·speel
Pluralis: Bi­spe­len n dat Bi­speel
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: bi + Speel