Uitspraak in het Plat: /haʊ̯ba͡ɐç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Hau·barg
Pluralis: Hau­bar­gen m de Hau­barg
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Hau + bargen