dakig
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/ˈdɔː·kɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking:
da·kig
dakiger
dakigst
[1]
kaart voordoen
geavanceerde woordenschat
actief
meteorologie
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „dakig”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
Over de kaarten
Oldenburg:
Artur vor Mohr:
Vocalstand des oldenburgischen Niederdeutsch.
Soltau, Nörden 1904, Siet 19
PDF, 1,6 MB
Hamburg:
Michael Richey:
Idioticon Hamburgense.
Siet 32
PDF, 34,5 MB
Nord-Barnim:
Ludolf Parisius:
Mittelmärkisches Plattdeutsch. Affpàrtije Luunsche Wöre.
videel, Niebüll 2000, ISBN 3-935111-19-3, Siet 32
Nedersaksisch:
von
en
Wedder
mit
Daak
Nederlands:
mistig
nevelig
Engels:
misty
foggy
Duits:
nebelig
Synoniemen:
mistig
nevelig
Henning Sidow, CC BY-SA 4.0
Etymologie:
Samensteld woord gevormd door:
Daak
+
-ig
Tweelingswoorden:
dakerig
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.
Nieuwe vertaling voorstellen
zoeken:
Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen