Uitspraak in het Plat: /vʊldɛɪ̯k/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wull·deek
Pluralis: Wull­de­ken f de Wull­deek
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Lang mi maal de Wulldeek, mi freert!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Wull + Deek