Uitspraak in het Plat: /hɛɪ̯m̩vʊnɐ/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: He·ven·wun·ner
Pluralis: He­ven­wun­ners n dat He­ven­wun­ner
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
grote Besünnerheit; wat, wat Opsehn maakt
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Heven + Wunner