Uitspraak in het Plat: /akɐmɛnkn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: A·cker·männ·ken
Pluralis: A­cker­männ­kens n dat A­cker­männ­ken
Pluralis: A­cker­männ­kes n dat A­cker­männ­ken
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Dat Ackermännken fritt vör allen Insekten.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Acker + Mann + -ken