Uitspraak in het Plat: /handɔu̯k/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Han·dook
Pluralis: Han­dö­ker m de Han­dook Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Han­döök m de Han­dook Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Han­dö­ker n dat Han­dook
Pluralis: Han­dö­ker m de Han­dook Märkisch
Pluralis: Han­döök m de Han­dook Westfaals
[1]
kaart kaart tonen
Wikipedia
geavanceerde woordenschat
actief
huishouding
Nedersaksisch:
Dweil
Nederlands:
handdoek
Engels:
towel
Duits:
Handtuch
Voorbeelden:
Schall ik de Handöker mit in de Waschmaschien smieten?
afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd
Photograph: Frank C. Müller, Baden-Baden, CC BY-SA 3.0

Etymologie:

Woord afgeleid van: Dook
Rijmwoorden
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.