Uitspraak in het Plat: /lʏçttɔu̯ɾn/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Lücht·toorn
Pluralis: Lücht­toorns m de Lücht­toorn
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: lüchten + Toorn