zelfstandig naamwoord
Afbreking: Fan·gen
Niet gebruikt het pluralis n dat Fan­gen
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
tag
Duits:
Voorbeelden:
Wöölt wi Fangen spelen?

Etymologie:

Woord afgeleid van: fangen
Identieke woorden ››› fangen ❔︎