Uitspraak in het Plat: /kɪnɐspɛːl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kin·ner·speel
Pluralis: Kin­ner­spe­len n dat Kin­ner­speel
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
figuratief
Voorbeelden:
Dat is doch en Kinnerspeel för mi!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kind + Speel