Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Spaaßmaker
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/spɔːsmɔːkɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Spaaß·ma·ker
Pluralis:
Spaaßmakers
m
de Spaaßmaker
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Spaaßmaker”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Waldeck:
Karl Bauer:
Waldeckisches Wörterbuch nebst Dialektproben.
1902, Wörterliste, pagina 97
PDF, 25,4 MB
Hamburg:
Otto Furcht:
Wörterbuch der Sprache des Alten Landes bei Stade.
Stalling, Oldenburg 1936, pagina 25
Altmark:
Johann Friedrich Danneil:
Wörterbuch der altmärkisch-plattdeutschen Mundart.
Schmidt, Salzwedel 1859, pagina 203
PDF, 28,1 MB
Oost-Mecklenburg:
Carl Friedrich Müller:
Reuter-Lexikon.
Leipzig 1905, Hesse & Becker Verlag, pagina 125
PDF, 5,1 MB
Nedersaksisch:
een
,
de
Spijöök
drifft
Nederlands:
potsenmaker
paljas
Engels:
jester
joker
Duits:
Spaßmacher
Possenreißer
Faxenmacher
Spaßvogel
Voorbeelden:
Ulenspegel
weer
en
groten
Spaaßmaker
.
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
Spaaß
+
Maker
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.