Uitspraak in het Plat: /bɔu̯mstam/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Boom·stamm
Pluralis: Boom­stämm m de Boom­stamm
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Boomstamm hett dree Meter Ümfang.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Boom + Stamm