Stamm
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/ˈstam/
zelfstandig naamwoord
Pluralis:
Stämm
m
de Stamm
[1]
kaart voordoen
geavanceerde woordenschat
actief
botanie
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Stamm”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
Over de kaarten
Stader Geest:
Marcus Buck: mündlich nawiest op de Stoder Geest
Nedersaksisch:
senkrecht
Deel
von
’n
Boom
Nederlands:
stam
Engels:
stem
Duits:
Stamm
Voorbeelden:
De
Stamm
harr
en
Ümfang
von
twee
Meter
.
Crusier, CC BY 3.0
[2]
kaart voordoen
geavanceerde woordenschat
actief
sociale wetenschap
×
kaart voor onderbetekenis [2] van „Stamm”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
Over de kaarten
Stader Geest:
Marcus Buck: mündlich nawiest op de Stoder Geest
Nedersaksisch:
Grupp
Minschen
,
de
dör
Kultur
tohoop
höört
Nederlands:
stam
Engels:
tribe
Duits:
Stamm
Voorbeelden:
De
Sassen
weren
en
Stamm
von
de
Germanen
.
[3]
geavanceerde woordenschat
actief
biologie
Nedersaksisch:
Grupp
Levensformen
in
de
Biologie
Nederlands:
stam
Duits:
Stamm
Samensteld woorden:
afstammen
Boomstamm
eenstämmig
Pottstamm
Stammbook
Stammboom
Stammdisch
Stammenn
Stamm Nimm
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.
Nieuwe vertaling voorstellen
zoeken:
Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen