düftig in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /dʏftɪç/

bijvoegelijk naamwoord

Afbreking: düf·tig

düftiger düftigst

[1]

kaart

geavanceerde woordenschat

Nedersaksisch:

stark, kräftig

Nederlands:

ongenadig

terdege

danig

Engels:

vigorous

Duits:

tüchtig

Voorbeelden:

Giff em en düftigen Tritt in ’n Moors.

Etymologie:

Woord afgeleid van: -ig

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.