Uitspraak in het Plat: /ɡɛnɔu̯ç/
bijwoord
Afbreking: ge·noog
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Ik heff genoog Geld, dat ik nich mehr arbeiden bruuk.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: ge- + noog