Uitspraak in het Plat: /hɔːkəlva͡ɐk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ha·kel·wark
Pluralis: Ha­kel­war­ken n dat Ha­kel­wark
[1]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: haken + Wark