Uitspraak in het Plat: /dansmɛɪ̯stɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Dans·mees·ter
Pluralis: Dans­mees­ters m de Dans­mees­ter
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Dans + Meester