Uitspraak in het Plat: /dvɔːln̩/
werkwoord
Afbreking: dwa·len
[1]
kaart kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
op en verkehrten Weg ween
Nederlands:
dwalen
Duits:
irren
[2]
kaart kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
wat doon, wat nich klook is
Duits:
irren
unvernünftig handeln
ein Fehlurteil fällen

Werkwoordvormen:

infinitief:
dwa­len
voltooid deelwoord:
dwaalt
ik
du
he/se/dat
wi
ji
se
tegenwoordig:
ik dwaal
du dwaalst
he/se/dat dwaalt
wi dwaalt
ji dwaalt
se dwaalt
verleden:
ik dwaal
du dwaalst
he/se/dat dwaal
wi dwa­len
ji dwa­len
se dwa­len
voltooid:
ik heff dwaalt
du hest dwaalt
he/se/dat hett dwaalt
wi hebbt dwaalt
ji hebbt dwaalt
se hebbt dwaalt
conjunctief:
ik dwaal
du dwaalst
he/se/dat dwaal
wi dwa­len
ji dwa­len
se dwa­len
imperatief:
dwaal!
dwaalt!

Samengesteld woorden:

Dwaallicht Dwaalweg verdwalen

Tweelingswoorden:

dwelen
Rijmwoorden
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.