Uitspraak in het Plat: /dva͡ɐskiːkɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Dwars·kie·ker
Pluralis: Dwars­kie­kers m de Dwars­kie­ker
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: dwars + Kieker
Identieke woorden ››› Dwarskieker ❔︎