Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Schaapbuck
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/ʃɔːpbʊk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Schaap·buck
Pluralis:
Schaapbück
m
de Schaapbuck
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
landbouw
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Schaapbuck”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Niederung/Elbing:
Robert Dorr:
De lostgen Wiewer von Windsor.
pagina 85
PDF, 3 MB
Nedersaksisch:
Heken
von
dat
Schaap
Engels:
ram
Duits:
Schafbock
Schafsbock
Voorbeelden:
De
Schaapbuck
wull
mi
mit
de
Höörn
stöten
.
tofer618 from Washington, DC, CC BY 2.0
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
Schaap
+
Buck
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.