zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bam·buus
Pluralis: Bam­bu­sen m de Bam­buus
[1]
geavanceerde woordenschat
negatief level text negative. Lijst van woorden als deze
Voorbeelden:
De Jungs in’t Dörp, dat weren so Bambusen!
[2]
perifere woordenschat
Nedersaksisch: