ruger ruugst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
ruw
Engels:
Duits:
rau
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
ungemöötlich
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[3]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
cru
ruw
Engels:
Duits:
rau
Voorbeelden:
He is en rugen Keerl.
[4]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
rau
Voorbeelden: