Uitspraak in het Plat: /hɔu̯çhɔlt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Hoog·holt
Pluralis: Hoog­höl­ter n dat Hoog­holt
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: hoog + Holt