Uitspraak in het Plat: /kalfflɛɪ̯ʃ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kalf·fleesch
Niet gebruikt het pluralis n dat Kalf­flee­sch
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
perifere woordenschat
figuratief
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kalf + Fleesch