Uitspraak in het Plat: /suːpɐma͡ɐkt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Su·per·markt
Pluralis: Su­per­märkt m de Su­per­markt
Pluralis: Su­per­markten m de Su­per­markt
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
In’n Supermarkt weer de Melk ut.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: super- + Markt