Uitspraak in het Plat: /jʊksəɾɛɪ̯/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ju·xe·ree
Pluralis: Ju­xe­re­en f de Ju­xe­ree
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Jux + -er + -ee