Uitspraak in het Plat: /stɾiːkiːzn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Striek·ie·sen
Pluralis: Striek­ie­sen n dat Striek­ie­sen
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: strieken + Iesen