Uitspraak in het Plat: /ʊntøːy̯mɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: un·tö·mig
untömiger untömigst
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
en untömig Huus: en Huus, in dat dat spöökt
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: un- + tömig